Wipneus, Pim en Bonkeltje
B. J. van Wijckmade
1956
88 pagina's (eerste drukken), 80 pagina's (latere drukken)
Illustraties: Herman Ramaekers
Opnieuw uitgebracht door Imagebooks, ISBN 978.946144.5414
1956
88 pagina's (eerste drukken), 80 pagina's (latere drukken)
Illustraties: Herman Ramaekers
Opnieuw uitgebracht door Imagebooks, ISBN 978.946144.5414
< boekje nr. 8 | boekje nr. 9 | boekje nr. 10 >
Het verhaal:
Wipneus en Pim moeten rekensommen maken. Dat lukt niet zo best. Ze maken alle sommen fout. Daarom moeten ze in de kelder van het paleis strafwerk maken. Daar krijgen ze te maken met een geheimzinnige stok. Als het strafwerk af is, gaan ze op zoek naar die vreemde stok. De stok hoort bij een raar mannetje met de naam Bonkeltje. Hiij doet rare kunstjes en maakt vreemde grapjes. Bonkeltje komt uit Eikenland van koning Riri. Bonkeltje vertelt dat hij net als Tuut en Sjerreboom een feestkabouter is. Tuut en Sjerreboom zijn ontvoerd door de gierige tante Fro. Tante Fro heeft kabouters nodig om haar geld te tellen. Wipneus en Pim gaan Bonkeltje helpen om Tuut en Sjerreboom te vinden en te bevrijden. De vriendjes ontdekken de geldfabriek van tante Fro en ze komen de knecht van tante Fro, Stoppel, tegen. Na veel verwarring, waarbij Wipneus en Pim zich verkleden met oude kleren van tante Fro, vinden ze Tuut en Sjerreboom. Tante Fro blijkt eigenlijk een heks te zijn. Ze vlucht op een bezemsteel. Ze gaan terug naar het kasteel van koning Goedhart waar Bonkeltje, Tuut en Sjerreboom allerlei kunstjes doen, liedjes zingen en ook nog een toneelstukje over tante Fro opvoeren.
Bonkeltje is een raar mannetje dat vreemde kunsten uithaalt.
Stoppel is de knecht van tante Fro. Hij is een grote, sterke man.
Tante Fro heeft een plakpistool. Heeft ze je beschoten dan kun je er niet meer vandoor.
Tante Fro is een heks die kan vliegen op een bezemsteel.